• darkblurbg

Zo bespreek je armoede met kinderen

Gepubliceerd op: 24-10-2022

Armoede is niet nieuw, maar vanwege de stijgende energieprijzen en inflatie treft het wel steeds meer mensen, en dus ook kinderen. Hoe praat je daarover in je gezin? 

Annamaria Evers, ervaringsdeskundige en betrokken bij het project Ieder kind telt mee in Oost-Groningen. (55) groeide op in armoede, maar bij haar thuis werd daar niet over gesproken. ‘Dat heb ik als een last ervaren. Want als kind merkte ik heus wel dat er iets aan de hand was. ’Nu ze zelf al jaren moet rondkomen van een klein inkomen, is ze daarover juist heel open naar haar drie zoons. ‘Op armoede zit een taboe en ik doorbreek dat. Niet door mijn kinderen ermee te belasten, maar door hen spelenderwijs van alles bij te brengen. Zo liet ik ze in de winkel zelf een pot chocoladepasta uitzoeken. Natuurlijk kozen ze Nutella. Samen met hen keek ik dan wat er nog meer in de schappen stond en wat goedkoper was.’

Evers ziet om zich heen dat er - nu de energieprijzen stijgen - steeds meer mensen in armoede leven. Lector Kinderarmoede Mariëtte Lusse van Hogeschool Rotterdam merkt dat ook een nieuwe groep wordt getroffen: werkende ouders met stabiele banen en een modaal salaris die geldzorgen hebben door explosief gestegen rekeningen. En de kinderen in deze gezinnen voelen echt wel dat er thuis iets speelt, zegt zij. ‘Een lege koelkast of rekeningen die niet betaald kunnen worden, brengen ongelooflijk veel stress met zich mee. Veel ouders denken dat ze die problemen bij hun kinderen vandaan moeten houden. Maar kinderen merken die stress toch, dus je moet daar als ouders iets mee, anders maken kinderen zich enorme zorgen, die ze niet met hun ouders kunnen bespreken.’

‘Mijn kinderen en ik zijn een team. We werken samen. Ze hebben veel in te brengen en grandioze ideeën.’

Evers zegt nooit ‘wij zijn arm ’tegen haar kinderen. ‘Dat werkt stigmatiserend en dat belemmert mijn kinderen in hun ontwikkeling en creativiteit. Ik zeg wel dat we niet alles kunnen doen. ’Als ze zorgen heeft omdat ze nog twee dagen moet rondkomen van tien euro, vraagt ze haar kinderen om oplossingen te bedenken. ‘Mijn kinderen en ik zijn een team. We werken samen. Ze hebben veel in te brengen en grandioze ideeën. Een van mijn jongens is gek op mie, en dat eten we standaard met kip. Maar kip is hartstikke duur. We kunnen het ook met hamlapjes eten, dat is goedkoper, zei hij. Zo helpen ze mij uit mijn comfortzone.’

Hoe je armoede bespreekt hangt af van je situatie en de leeftijd en het karakter van je kind, zegt Lusse. ‘Zorg vooral dat het past bij de manier waarop je gewoonlijk ook met je kinderen praat. ’Voor Evers is dit niet moeilijk: ‘Praten over geld is bij ons heel normaal. Ik vind dat alles bespreekbaar moet zijn: belasting betalen, het beheer van je eigen bankpas, een bijbaantje. Zo creëer je bewustzijn.’

Over haar eigen situatie is ze zo open mogelijk: ‘Mijn kinderen weten dat de rekeningen betaald moeten worden, maar niet hoe hoog die rekeningen zijn. ’Haar jongens zijn nu 14, 22 en 32 en vragen weleens om een dure telefoon of merkkleding. ‘Daarover ga ik dan in gesprek: ik wil je dat wel geven, maar ik heb het geld niet, want de internetrekening moet betaald worden. Ik vraag hen: welke keuze zou jij maken als je mij was? Zo gaan ze er anders tegenaan kijken en maak ik ze medeverantwoordelijk.’

Als een van haar zoons toch zijn zinnen heeft gezet op dure merkschoenen, dan moet hij daar zelf voor werken en sparen. ‘Ik stimuleer mijn kinderen om bewust met hun geld om te gaan.Dat ze goed voor ogen hebben voor welk doel ze sparen, dat ze volhouden en niet van hun doel afwijken.’

Opgroeien in armoede is niet nieuw, benadrukt Lusse. Een op de dertien kinderen heeft er al mee te maken. Met haar lectoraat adviseert ze leraren en social workers om armoede bij kinderen vroegtijdig te signaleren en te bespreken. Het is belangrijk dat ouders snel hulp vinden, zegt ze. ‘Er moeten oplossingen komen. Want de stress is pas weg als duidelijk is hoe de rekening betaald kan worden en als er weer eten in de koelkast staat. Maar vooral voor de nieuwe groep ouders die nu wordt getroffen is het lastig om de weg naar de juiste hulpverleners te vinden. ’Lusse adviseert deze ouders om contact op te nemen met hun gemeente of om hulp te vragen via de school van hun kind, het wijkcentrum of de moskee of kerk.

Volgens Evers moeten vooral scholen meer aandacht besteden aan armoede. ‘Alle kinderen leren dan dat de wereld groter is dan de bubbel waar zij in leven, en dat armoede in Nederland echt bestaat. ’Zelf geeft ze als ervaringsdeskundige bij Expertisecentrum Sterk uit Armoede op allerlei plekken workshops en presentaties, ook op scholen. ‘We geven kinderen een bekertje water dat ze met gestrekte arm moeten vasthouden, terwijl wij ons verhaal vertellen. Al snel beginnen kinderen te trillen en verliezen ze hun concentratie. We bespreken daarna wat er gebeurde. Kinderen noemen de fysieke pijn, maar ook de afleiding. Mensen in armoede leven alle dagen zo, zeg ik dan. Zo voelen kinderen wat armoede daadwerkelijk met je kan doen.’

• Kinderen weten vaak dat er iets aan de hand is, zonder dat jij het als ouder benoemt. Maak er daarom geen geheim van en bespreek je situatie met je kinderen.

• Laat je kinderen zelf boodschappen doen, van jongs af aan. Zo leren ze zelfstandig en bewust te winkelen en met geld om te gaan.

• Vind je het moeilijk om te praten met je kinderen? Kies dan voor een spelvorm, bijvoorbeeld Monopoly. Daarbij leren kinderen dat ze van alles kunnen kopen, maar ook dat hun geld opraakt.

• Maak het niet te zwaar. Wissel positieve en negatieve onderwerpen af. Vertel bijvoorbeeld dat er schulden zijn ontstaan doordat je verkeerde keuzes hebt gemaakt en dat je daardoor krap zit. Maar probeer ook voor alles een oplossing te zoeken.

• Vraag aan de leraar op school of kinderen een spreekbeurt kunnen voorbereiden over financiën of armoede. Dat zorg voor bewustwording voor de hele klas.

• Heb je wel genoeg geld? Doe dan niet alsof dat de normale wereld is, maar vertel je kinderen dat er ook in Nederland kinderen zijn die zich allerlei dingen niet kunnen veroorloven.

 

Uit het Nederlands Dagblad.